Mensen hebben vaak een oordeel over elkaar. Over de kleren van de ander. Zijn vrouw, kinderen of baan. De manier waarop zij met geld omgaat. Ook in de kerk hebben mensen vaak een oordeel over elkaar. Ook bij mensen die pas komen kijken. Ze mogen wel meedoen. Tof dat ze onderdeel van de gemeente willen zijn. Jezus willen zoeken, maar dan moeten ze wel aan onze voorwaarden voldoen.
Nieuw gelovigen worden nogal eens langs een meetlat gelegd en uitgebreid beoordeeld. Dan gaat het niet alleen om kleren, sportclub en baan. Het gaat dan vaak om veel wezenlijker dingen, zoals een echtscheiding, verslaving, seksuele geaardheid en dat soort dingen. Deze mensen krijgen dan al snel een stempel: alcoholist, rokkenjager of dat homoseksuele stel. Terwijl het natuurlijk om mensen gaat die net zoals jij en ik kinderen zijn van God. Waarvoor Jezus heeft geleden aan het kruis. Het geeft hen vaak een gevoel dat ze niet goed genoeg zijn en worden afgewezen. Regelmatig worden mensen die zoekend zijn zo weer bij God weggejaagd. Vaak met de beste bedoelingen, maar toch.
De neiging bestaat dan nog wel eens om mensen dan maar direct met hun ‘zonden’ te confronteren. Zonden waar natuurlijk direct mee moet worden gebroken. Vaak wordt dan vergeten dat we allemaal zondaars zijn of in Christus waren. Jezus zegt “ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar om zondaars aan te sporen een nieuw leven te beginnen” (Luc. 5:31-32). We hebben het kruis allemaal keihard nodig. Iedere dag weer. Dat geldt voor de ander niet meer dan voor onszelf.
Jezus laat in zijn leven zien hoe hij omgaat met mensen die moeite hebben om als rechtvaardigen te leven. Bijvoorbeeld in het geval van Zacheüs, de hoofdtollenaar (Luc. 19:1-10). Hij inde belastingen voor de romeinen. Daarbij stal hij van de burgers omdat hij meer ophaalde dan hij moest afdragen aan de romeinen. Het verschil stak hij in eigen zak. Hij stond bekend als dief en werd met de nek aangekeken. Maar Jezus zag hem en nodigde zichzelf uit om bij Zacheüs te eten. Niet om hem met zijn zonden te confronteren, maar om zijn hart aan te raken. Als Jezus je hart aanraakt dan gebeurt er wat. Ook bij Zacheüs. Zijn hart veranderde door die ene ontmoeting met de Koning, waardoor hij zelf besloot om met zijn oplichtingspraktijken te stoppen.
Een ander voorbeeld is de vrouw die was betrapt op overspel (Joh. 8:1-11). De schriftgeleerden hadden haar al lang veroordeeld. Ze brachten haar bij Jezus om hem op de proef te stellen. Ondanks dat zij volgens de wet van Mozes straf verdiende veroordeelt Jezus haar niet. Jezus zou ook voor haar zijn leven geven aan het kruis. Hij slaat als het ware zijn arm om de vrouw heen, maar is wel duidelijk. Ga naar huis en doe vanaf nu geen verkeerde dingen meer (Joh. 8:11 BGT). Jezus praat haar fouten niet goed. Hij ziet ze ook niet door de vingers, maar is als eerste gericht op de vrouw en niet op haar fouten.
Zo ziet God ons ook. Hij kijkt door een Jezusbril naar ons. Door die bril ziet hij zijn kinderen waar hij oneindig veel van houdt. Geen zonden te bekennen, want die zijn door Jezus afgewassen. Voor God mag je er zijn. Wat je omstandigheden ook zijn. Hoe groot je fouten ook zijn. Hij houdt van je en het is allemaal zijn genade. Want God houdt van je omdat hij liefde is en jij zijn kind bent. Zijn liefde is niet afhankelijk van prestaties, maar onvoorwaardelijk. Als dat zo is dan geldt dat ook voor onze broers en zussen in het geloof. Ook zij zijn kinderen van God en geliefd. Gods genade geldt ook voor hen. Dan moeten ook wij gericht zijn op onze broer of zus in plaats van op eventuele fouten die ze maken.
Jezus zegt zoek eerst het Koninkrijk van God en al het andere zal je gegeven worden (Mat. 6:33). Richt je op Jezus en zijn Koninkrijk. Je zult merken dat er dan dingen gaan veranderen. Je wordt een ander mens. Gaat steeds een beetje meer op Jezus lijken (2 kor. 3:18; Rom. 12:2). Zijn glans vertonen. Zijn liefde weerspiegelen. Of zoals een bekende ‘Visje’ uitspraak luidt “Ik zag vanochtend de liefde van God in de spiegel”.
Daarom is het zo belangrijk dat we eerst op zoek gaan naar God. Hem beter leren kennen om vervolgens een keuze te kunnen maken om ons hart in zijn handen te leggen. Pas daarna ontstaat een proces van heiliging. In je dagelijkse wandel met God zal je merken dat er obstakels kunnen zijn. Dingen die tussen jou en God instaan. Dat zijn vaak zonden. Geen zonden waarmee je om de oren wordt geslagen door anderen, maar zonden die je van binnenuit door God geopenbaard worden. Zodat je ze in het licht kunt brengen en de duisternis uit je leven verdwijnt. Niet door eigen inspanning, maar door Hem die de strijd al heeft gestreden en heeft overwonnen aan het kruis. Hij zal het inzicht, het verlangen, de kracht en alles wat verder nog nodig is om Jezus te volgen aan ons geven. Gun de ander eerst een ontmoeting met Jezus, dan zal ook al het andere gegeven worden.