De Heilige Geest werkt krachtig. Hij brengt ons op plaatsen waar we moeten zijn. Openbaart de bijbel en Gods plan voor ons leven. Het mooie is dat de Heilige Geest voor alle gelovigen is en dus niet alleen werkt in een select groepje kinderen van God. Petrus leerde dit toen de Heilige Geest hem bij de Romeinse officier Cornelius bracht.
Als Petrus wil gaan bidden krijgt hij honger en wil iets gaan eten. Dan krijgt hij een droom. In deze droom wordt ziet hij de hemel opengaan. Er verschijnt iets dat op een laken lijkt en aan de hoeken wordt vastgehouden. In het laken zitten alle soorten dieren die er op de wereld zijn. Dieren die volgens de wetten van Mozes rein zijn, maar ook onreine dieren. Dan zegt een stem: ‘Slacht deze dieren en eet ze op’. Petrus antwoord: ‘Nee, heer dat doe ik niet! Want er zijn onreine dieren bij, en ik heb nog nooit iets gegeten dat volgens de wet onrein is’. Dan zegt de stem: ‘Wat God rein noemt, mag jij niet onrein vinden’.
De Heilige Geest werkte niet alleen door deze droom. Ondertussen had de Geest dienaren van Cornelius naar Petrus gestuurd. Cornelius was een romein, maar hij en zijn huisgenoten leefden zoals God het wilde. Hij gaf geld aan arme joden en was heel vaak aan het bidden. Toch ontbrak er nog iets. Hij was nog niet gedoopt met de Heilige Geest. Tegelijkertijd hadden Petrus en veel joodse christenen ook nog een belangrijke les te leren. Namelijk dat God iedereen, dus ook niet-joden, aanneemt als zijn kind die gelooft in zijn zoon Jezus. Hoewel deze boodschap teruggaat op Gods belofte aan Abraham en de woorden van profeten was dit aan veel joden nog niet geopenbaard en dus schokkend.
Als de dienaren van Cornelius aankomen bij Petrus laat Petrus ze binnen en eet met ze. De volgende dag vertrekken ze naar Cornelius. Petrus heeft zijn droom begrepen. Ondanks dat de wetten van Mozes voorschrijven dat joden niet met niet-joden mogen eten of ze in hun huis toelaten doet Petrus dit toch. Wat God rein heeft verklaard zal Petrus niet afwijzen.
Als het gezelschap bij Cornelius komt begint Petrus over Jezus te vertellen. Hij openbaart de waarheid over het offer dat Jezus heeft gebracht voor Petrus, Cornelius, jou, mij en alle mensen op aarde. Dan gebeurt er iets met Cornelius en alle aanwezigen. De Heilige Geest raakt hun hart aan en zij raken vol van de Geest. Ze beginnen in klanktaal te spreken en God te prijzen. En dan zegt Petrus iets heel ongewoons voor die tijd. ‘Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de Heilige Geest hebben ontvangen’. De Heilige Geest is niet alleen voorbehouden aan joodse christenen maar is bestemd voor al Gods kinderen. Petrus weet het inmiddels en besluit Cornelius en zijn huisgenoten te dopen.
De woorden ‘Wat God rein noemt, mag jij niet onrein vinden’ zijn ook zo vaak toepasselijk op ons leven. Soms hebben we de overtuiging dat we het zelf niet waard zijn om bij God te komen. Voelen we ons een afgewezen stiefkind die er eigenlijk niet bij hoort. Of hebben we de neiging om anderen buiten te sluiten. Mensen die anders zijn dan wij. Een andere afkomst hebben, zich anders kleden, andere prioriteiten hebben of andere overtuigingen. Of ‘erger’ nog: die geen onderdeel uitmaken van de goede kerk. Maar dan leert God ons dat wij geen mensen zullen afwijzen die hij de moeite waard vindt. Of je het nu zelf bent, je criminele buurman of je goddeloze klasgenoot. Jezus heeft zijn leven voor ieder van ons gegeven en we verdienen allemaal de kans om ons leven aan hem te geven die zo oneindig veel van ons houdt.
De Heilige Geest is voor ons allemaal. God zal voor altijd bij je zijn en in je werken. Door zijn geest. Hij zal je op plaatsen brengen waar je nu nog niet van kunt dromen. Hij zal je wonderen laten zien die je nu niet voor mogelijk houdt. Je leven gaat op z’n kop. Als je durft!